
Spreekwoorden: (1914)
Den toon aangeven (of (op)geven))d.w.z. den grondtoon laten hooren, waarnaar de zang ingericht of de instrumenten gestemd moeten worden (fr. donner le ton); bij overdracht, in een gezelschap, eene vereeniging enz. de persoon zijn die het voorbeeld geeft, en naar wien de overigen zich richten; Ndl. W...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Den toon aangeven (of (op)geven))d.w.z. den grondtoon laten hooren, waarnaar de zang ingericht of de instrumenten gestemd moeten worden (fr. donner le ton); bij overdracht, in een gezelschap, eene vereeniging enz. de persoon zijn die het voorbeeld geeft, en naar wien de overigen zich richten; Ndl. W...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.